Een vuilnisman uit Brabant die gepakt werd bij het kweken van een kleine hoeveelheid wiet is onterecht ontslagen.
Dat heeft de rechter bepaald. In 2019 trof de politie tijdens een doorzoeking een kleine wietkwekerij en wat gedroogde wiet aan in de woning en tuin van de man. De verdachte kwam in beeld vanwege onregelmatigheden in het energieverbruik. Daarop werd besloten om de woning te doorzoeken.
Na de ontdekking van de wietkwekerij werd de vuilnisman ontslagen door de fusiegemeente ABG, die bestaat uit Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilzen en Rijen. Volgens de gemeente geldt er een zero-tolerancebeleid en had de man dit moeten weten. Daarnaast zou hij de gedragsregels hebben geschonden door geen melding te doen van wietafval die hij tijdens zijn werkzaamheden aantrof.
De vuilnisman die al 18 jaar in dienst was nam geen genoegen met zijn ontslag, en stapte naar de rechter. Ten eerste gaf hij aan niet te hebben geweten dat het verboden is om wiet te kweken voor eigen gebruik. De drugs gebruikte hij naar eigen zeggen voor medische redenen, ter bestrijding van pijn. Door het ontslag is de vuilnisman ‘volledig aan de grond’ geraakt.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft naar de zaak gekeken en de vuilnisman in het gelijk gesteld. De gemeente had hem niet zomaar mogen ontslaan. Volgens de rechtbank had de werkgever moeten kiezen voor een minder zware straf, zoals een voorwaardelijk ontslag en begeleiding om herhaling te voorkomen.