Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

12 jaar cel geëist tegen Rotterdammer voor doodsteken man in Nijmegen na verkeersruzie

Een 32-jarige man uit Rotterdam staat terecht voor het neersteken van een Nijmegenaar op 10 december 2023.

De steekpartij vond plaats na een verkeersruzie in het winkelcentrum Hatert in Nijmegen, waarbij twee andere personen ook gewond raakten.

Verloop van de Ruzie

Op de dag van het incident raakten twee groepen van elk drie personen met elkaar in een vechtpartij na een verkeersconflict. Tijdens deze vechtpartij werd de verdachte op de grond geschopt en geslagen. Hoewel de partijen aanvankelijk leken te stoppen met vechten, haalde de verdachte vervolgens een mes uit een auto en viel zijn belagers opnieuw aan. Hierbij werd één persoon dodelijk getroffen, terwijl een tweede slachtoffer rugletsel opliep. Het derde slachtoffer bleef ongedeerd.

Kernvragen in de Strafzaak

De officier van justitie benadrukt dat de centrale vraag in deze zaak is of de verdachte zich kan beroepen op noodweer of noodweerexces:

  • Noodweer: Verdediging die noodzakelijk is om een onmiddellijke dreiging af te wenden.
  • Noodweerexces: Verdediging waarbij de grenzen van noodzakelijke verdediging worden overschreden door een hevige gemoedstoestand.

Argumenten van de Officier van Justitie

Volgens de officier van justitie zou een beroep op noodweer kunnen gelden op het moment dat de verdachte op de grond lag en werd geschopt en geslagen. Echter, nadat deze situatie was geëindigd, besloot de verdachte een mes uit zijn auto te halen en opnieuw aan te vallen. Hiermee startte hij een nieuwe ronde van escalatie. De officier betoogt dat de verdachte andere keuzes had kunnen maken, zoals hulp inroepen of de politie bellen.

Standpunt van de Officier van Justitie over Noodweerexces

De officier van justitie stelt dat de verdachte geen beroep kan doen op noodweerexces, aangezien zijn handelen meer lijkt op een rationele afweging gericht op wraak en eigenrichting, in plaats van een handeling uit een hevige gemoedstoestand.

Conclusie en Eis

De officier concludeert dat er geen sprake is van voorbedachte raad, wat nodig is om moord te bewijzen. Wel acht hij doodslag bewezen ten aanzien van de Nijmegenaar, poging tot doodslag voor het tweede slachtoffer, en openlijke geweldpleging. Gezien de ernst van de feiten en de impact op de nabestaanden en omstanders, acht de officier van justitie een gevangenisstraf van twaalf jaar passend.