© Pexels / Pixabay

Geen straf voor politieagent na doodschieten 18-jarige jongen in Delft

De rechtbank Midden-Nederland heeft besloten om geen straf op te leggen aan de politieagent die verantwoordelijk was voor het doodschieten van een 18-jarige jongen.

Ondanks dat de agent schuldig is bevonden aan doodslag, wordt hij niet strafbaar geacht. De rechtbank acht het aannemelijk dat de agent uit noodweer handelde en zich hield aan de Politiewet en Ambtsinstructie, waardoor hij wordt ontslagen van alle rechtsvervolging.

Schietincident in Delft

Het incident vond plaats in de vroege ochtend van 8 oktober 2018. De agent zat in een geparkeerde auto in het centrum van Delft, waar recent meerdere aanslagen hadden plaatsgevonden, ook in de straat waar de agent zich bevond. Een scooter met twee personen naderde, waarbij de bijrijder een wapen leek te richten op een coffeeshop die eerder was aangevallen. De agent stapte uit, identificeerde zich als politie, en schoot vijf keer toen de bijrijder zich naar hem toe draaide. Een van de kogels trof de bijrijder, die later overleed.

Vervolging na nabestaandenverzoek

Aanvankelijk besloot het Openbaar Ministerie om de agent niet te vervolgen. Echter, de nabestaanden van het slachtoffer vroegen via een artikel 12-procedure het gerechtshof in Amsterdam om het Openbaar Ministerie te bevelen alsnog tot vervolging over te gaan. Dit verzoek werd in 2022 toegewezen, waarna de agent werd gedagvaard voor doodslag.

Oordeel van de rechtbank: noodweer

Camerabeelden bevestigen dat de bijrijder een voorwerp vasthield dat op een vuurwapen leek en dit richtte op de coffeeshop. De agent verklaarde dat hij het vuurwapen hoorde doorladen, wat overeenkomt met de beelden. De bijrijder draaide zich kort naar de agent toe met het vermeende wapen, wat de agent deed vermoeden dat hij zich in direct gevaar bevond. De rechtbank oordeelde dat de agent zich terecht verdedigde en handelde volgens de noodweersituatie, waardoor de doodslag gerechtvaardigd werd. Tevens voldeed hij aan de schietregels voor politieagenten. Daarom werd de agent ontslagen van alle rechtsvervolging, in lijn met de eis van de officier van justitie.