De rechtbank in Den Haag heeft vandaag twee verdachten veroordeeld voor de dood van een man, na een gewelddadig incident in een woning in Den Haag op 17 april 2022. De 40-jarige verdachte kreeg een gevangenisstraf van 10 jaar opgelegd, terwijl de 21-jarige verdachte een straf van 9 jaar kreeg. Een derde verdachte, een 44-jarige persoon, is vrijgesproken.
Het gewelddadige incident vond plaats in de middag van 17 april 2022, waarbij het slachtoffer en de drie verdachten aanwezig waren in de woning. Er werd veel alcohol gedronken, en volgens de derde verdachte ontstond er een ruzie die escaleerde tot een explosie van geweld tegen het slachtoffer. De 40-jarige en 21-jarige verdachten hebben het slachtoffer meerdere malen geschopt, gestampt en met een met een ketting omwikkelde vuist tegen het hoofd geslagen. Dit geweld duurde geruime tijd.
Tijdens het incident namen de verdachten pauzes om meer alcohol te drinken, waarna ze weer verder gingen met het toebrengen van letsel aan het slachtoffer. Uiteindelijk hebben ze het slachtoffer dusdanig toegetakeld dat hij ernstige verwondingen opliep, waaronder hoofdletsel, gezichtsletsel en breuken aan het borstbeen. Het slachtoffer overleed aan de gevolgen van hersenletsel. Na het geweld hebben de verdachten het overleden slachtoffer achtergelaten en zijn ze gevlucht.
De 40-jarige verdachte beweerde ruzie te hebben gehad met het slachtoffer, maar ontkende betrokkenheid bij diens dood. De 21-jarige verdachte verklaarde dat anderen geweld hebben gebruikt en dat hij daar niet bij betrokken was.
De rechtbank heeft geoordeeld dat zowel de 40-jarige als de 21-jarige verdachte schuldig zijn aan de dood van het slachtoffer door het langdurig toepassen van bruut en meedogenloos geweld. Het oordeel is mede gebaseerd op de verklaringen van de derde verdachte, die op verschillende punten bevestiging vinden in latere onderzoeksresultaten, waaronder DNA-sporen.
De rechtbank benadrukt dat de verdachten het meest fundamentele recht van het slachtoffer, het recht op leven, hebben ontnomen. Dit heeft onherstelbaar leed veroorzaakt voor de nabestaanden en de samenleving als geheel geschokt. Daarom acht de rechtbank een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank meegewogen dat de 40-jarige verdachte eerder veroordeeld is tot zes jaar cel voor een ernstig geweldsdelict in het Verenigd Koninkrijk in 2016. Voor de 21-jarige verdachte is meegewogen dat hij in maart 2021 in Polen een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar kreeg voor uitgaansgeweld. Daarnaast zijn de verdachten veroordeeld tot het betalen van vergoedingen aan de nabestaanden, in totaal ruim 60.000 euro.
De derde verdachte, een 44-jarige persoon, is vrijgesproken van betrokkenheid bij het geweld. Hoewel hij getuige was van het geweld, heeft hij naar eigen zeggen niet deelgenomen aan de geweldshandelingen. De rechtbank acht zijn verklaring betrouwbaar, gezien de bevestiging ervan door onderzoeksresultaten. Wel wordt het hem aangerekend dat hij geen hulp heeft ingeschakeld door bijvoorbeeld 112 te bellen. Dit valt echter buiten de aanklachten die het Openbaar Ministerie tegen hem had ingediend.