Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep 24 jaar cel geëist voor de liquidatie van Tommie van der Burg. Het slachtoffer zat in een Audi RS4 toen hij werd doodgeschoten.
Tommie van der Burg werd in de nacht van zondag 12 op maandag 13 april 2015 in een Audi RS4 geliquideerd bij Hotel Van der Valk in Eindhoven. In verband met de moord hield de politie in mei 2016 al een 44-jarige man een 37-jarige vrouw uit Eindhoven aan. Beide werden veroordeeld door de rechtbank. De man kreeg 22 jaar gevangenisstraf opgelegd en de vrouw kreeg zes jaar. Nu is in hoger beroep tegen de man een straf van 24 jaar geëist voor het doodschieten van het slachtoffer. Ook wordt hij verdacht van een grove mishandeling van het slachtoffer in 2014. De strafeis in hoger beroep is voor beide feiten.
Het precieze motief van de moord is onduidelijk gebleven. Uit onder andere de analyse van tekstberichten en verblijflocaties van de verdachte blijkt dat hij samenspande met zijn ex-vriendin. In eerste aanleg stond zij ook terecht voor de moord op Tommie van der Burg, zij wordt gezien als tipgever. De vrouw gaf door waar het slachtoffer zich bevond, de schutter kon zo toeslaan.
De advocaat-generaal noemde de moord een kille en brute liquidatie. ‘Alles was deze nacht tot in de puntjes voorbereid. De schutter doemde op uit het niets. Op een donkere afgelegen plek. […] Tommie had geen schijn van kans en werd afgeschoten als een beest.[…] Met deze moord heeft verdachte blijk gegeven van een volkomen gebrek aan respect voor het leven van een medemens. Hij heeft niet alleen op gewelddadige wijze welbewust Tommie het leven ontnomen, maar ook aan de nabestaanden, in het bijzonder zijn moeder onherstelbaar verlies en groot verdriet toegebracht.’