De burgemeester van Eindhoven heeft van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant toestemming gekregen om een perceel op een bedrijventerrein te sluiten waar een autoschadeherstelbedrijf gevestigd is. Aanleiding voor de sluiting was de vondst van drugs in een caravan op het terrein.
In maart van dit jaar ontdekte de politie tijdens een controle in de caravan op het bedrijventerrein 2,3 kilo MDMA, naast andere verdachte goederen zoals gasflessen, jerrycans en kannen met het opschrift aceton. De exploitant van het autoschadeherstelbedrijf beweerde dat hij toestemming had gegeven aan een persoon om zijn caravan op het terrein te stallen tijdens de wintermaanden.
Op basis van een rapportage van de politie besloot de burgemeester van Eindhoven in mei het perceel voor 12 maanden te sluiten. De exploitant maakte bezwaar tegen dit besluit en stapte naar de voorzieningenrechter om een voorlopige maatregel te verkrijgen in afwachting van de uitkomst van de bezwaarprocedure.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van “onverwijlde spoed” bij een louter financieel geschil, omdat uit de financiële stukken niet bleek dat een faillissement dreigde voor het bedrijf of dat de exploitant in acute financiële nood zou komen als het perceel gesloten zou worden. De exploitant huurde namelijk nog twee andere percelen waar hij zijn werkzaamheden kon voortzetten.
Desondanks besliste de rechter dat de burgemeester over twee weken het perceel mag sluiten. Dit geeft de exploitant de gelegenheid om zich voor te bereiden op de sluiting, waaronder het afbreken en eventueel verplaatsen van een spuitcabine die momenteel op het perceel staat, naar een van zijn andere panden.
De drugsvondst en de daaropvolgende beslissing tot sluiting van het perceel benadrukken de inzet van de autoriteiten om de openbare veiligheid te waarborgen en drugshandel aan te pakken.