Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

Onderzoek naar conflict in winkelcentrum Utrecht: Geen bewijs mishandeling of discriminatie rabbijn

Een incident dat plaatsvond op vrijdag 29 maart in een winkelcentrum in de wijk Overvecht in Utrecht, waarbij een rabbijn betrokken was, heeft geleid tot onderzoek door de politie.

Na uitgebreid onderzoek, onder leiding van het Openbaar Ministerie, blijkt dat er geen bewijs is gevonden voor mishandeling of discriminatie.

Het onderzoek omvatte het verhoren van getuigen, het bekijken van beveiligingsbeelden en het analyseren van de telefoon van de verdachte. Hoewel een groot deel van het conflict op videobeelden te zien was, ontbrak bewijs voor mishandeling. Hoewel de verdachte de rabbijn heeft getikt, ontkent hij en zijn er geen getuigen die hebben gezien dat er geslagen is.

Wat betreft discriminatie verschillen de verklaringen van de betrokkenen. De verdachte beweert dat zijn boosheid niet voortkwam uit anti-Joodse sentimenten en dat hij geen antisemitische uitspraken heeft gedaan. Aanvullend heeft een getuige gemeld dat er na het incident in de winkel een antisemitisch scheldwoord is geroepen, maar het is onduidelijk wie dit heeft gedaan.

Hoewel er geen wettig en overtuigend bewijs is voor strafbare feiten door de verdachte, wordt de situatie niet als prettig, gewenst of fatsoenlijk beschouwd. Het Openbaar Ministerie is belast met het opsporen en vervolgen van strafbare feiten en heeft vastgesteld dat er geen grond is voor verdere juridische stappen.

Zowel de aangever als de verdachte hebben aangegeven dat ze waarde hechten aan een gesprek over het incident. De vorm waarin dit gesprek zal plaatsvinden, zal nog worden besproken.