Politieagent die man neerschoot in Doetinchem wordt niet vervolgd: ‘schoten rechtmatig’

Op 17 februari 2024 ontving de politie een melding van een ruzie aan de Papaverstraat in Doetinchem.

Bij aankomst op de locatie is er een schietincident waarbij een agent zijn dienstwapen gebruikt. Een 32-jarige man raakte gewond aan zijn rechterbovenarm en werd naar het ziekenhuis gebracht.

Situatie ter plaatse

Omstreeks drie uur die nacht meldde de politie dat er een gevecht gaande was, waarbij één van de betrokkenen een mes in handen had. Ter plaatse troffen de agenten een bebloede persoon en een man met een mes aan. Ondanks herhaalde verzoeken om het mes te laten zakken, weigerde de man te reageren op de instructies van de politie en gedroeg hij zich agressief.

Besluit tot schieten

Naarmate de situatie escaleerde, prikte de man in zijn eigen hals en dreigde hij zichzelf ernstig te verwonden. Om het gevaar te stoppen, besloot een van de agenten gericht in de arm van de man te schieten, waardoor hij zijn mes liet vallen.

Onderzoek en conclusies

De Rijksrecherche, onder leiding van het Openbaar Ministerie Oost-Nederland, heeft het incident onderzocht. Het OM concludeerde dat het schot noodzakelijk was om direct gevaar af te wenden.

Het gebruik van het dienstwapen was volgens de Ambtsinstructie gerechtvaardigd, vooral omdat de man zichzelf ernstig letsel dreigde toe te brengen. Daarom is er geen strafrechtelijke vervolging ingesteld tegen de agent die het schot heeft gelost. Het onderzoek had als doel vast te stellen of de politieman binnen de wettelijke kaders heeft gehandeld.