Bij een controle op vliegveld Schiphol is een stewardess onder invloed tegen de lamp gelopen.
Op donderdag 22 juni voerde het team Luchtvaarttoezicht van de politie in samenwerking met de Koninklijke Marechaussee (KMar) een uitgebreide alcoholcontrole uit op Schiphol. Tijdens de controle werd vastgesteld dat een 60-jarige stewardess een te hoog alcoholpromillage in haar bloed had. Een 45-jarige man, die deel uitmaakte van het cabinepersoneel van een andere vlucht, bleek na een tweede en grondigere alcoholtest net onder de wettelijk toegestane limiet te zitten en kon zijn reis voortzetten.
Vanochtend heeft het team Luchtvaarttoezicht, onderdeel van de Dienst Infrastructuur van de Landelijke Eenheid, in samenwerking met de KMar in totaal 528 leden van het vliegtuigpersoneel (piloten en cabinepersoneel) gecontroleerd. De vrouw blies tijdens een ademanalyse op het politiebureau een alcoholpromillage van 240 ug/l (0,55 promille) en kreeg na overleg met het Openbaar Ministerie een transactievoorstel van 859 euro, dat ze heeft betaald. Het vliegtuig vertrok zonder haar. Zowel de 60-jarige vrouw als de 45-jarige man werken voor buitenlandse luchtvaartmaatschappijen.
In de luchtvaartsector is het toegestane alcoholpromillage maximaal 0,2 promille. Het vliegtuigpersoneel mag gedurende tien uur voorafgaand aan een vlucht geen alcohol nuttigen.
Het team Luchtvaarttoezicht van de politie voert regelmatig dit soort controles uit bij piloten en cabinepersoneel, zowel op Schiphol als op kleinere luchthavens. Deze controles zijn gericht op het waarborgen van de veiligheid in de luchtvaartsector.