De rechtbank Oost-Brabant heeft een 26-jarige politieagent veroordeeld voor het veroorzaken van een dodelijk ongeval.
De agent reed met hoge snelheid naar een melding van een lokfiets en botste op een kruising met een motorrijder die overleed. De rechtbank oordeelde dat de agent zich schuldig maakte aan zeer onvoorzichtig en onoplettend verkeersgedrag.
De politieauto reed met zwaailichten aan en haalde een snelheid van 129 km/u waar 50 km/u was toegestaan. Op de kruising met de Woenselsestraat botste de agent met 100 km/u tegen de motorrijder, die ter plekke overleed. De rechtbank stelde vast dat de agent een volstrekt foute afweging maakte tussen zijn politietaak en verkeersveiligheid, waarbij hij de Brancherichtlijn van de politie overschreed.
Hoewel de rechtbank erkende dat het optreden van een politieagent risico’s met zich meebrengt, vond ze het niet passend om eenzelfde straf op te leggen als aan een gewone verkeersdeelnemer. De agent betuigde spijt aan de nabestaanden en nam verantwoordelijkheid voor het ongeval.
De rechtbank legde geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, maar een taakstraf van 200 uur en een rijontzegging van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank erkende dat deze straf niet in verhouding staat tot het leed van de nabestaanden, maar hoopte dat de behandeling op de terechtzitting bijdroeg aan de verwerking van het leed.