Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tot 7,5 jaar cel geëist voor wapenhandel na undercoveractie recherche.
Naar aanleiding van informatie van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) werd een onderzoek gestart maar de wapenhandel. Uit het onderzoek bleek dat de wapens in onderdelen vanuit Amerika naar Kroatië werden vervoerd en daar in elkaar werden gezet. Vervolgens werden de wapens naar Nederland vervoerd. Ook kwam een Kroatische kazerne in beeld waar geweren die eigenlijk vernietigd moesten worden door een medewerker achterover werden gedrukt en weer werden doorverkocht.
De hoofdverdachte, een 35-jarige man uit Capelle aan den IJssel, verkocht de wapens met munitie zelf met zijn broer en stelde vervolgens een neef van 26 uit Rotterdam en een 33 jarige man uit Huis ter Heide in staat, tegen een vergoeding per exemplaar, de wapens en munitie te verkopen.
De hoofdverdachte en zijn broer maakten zich naast wapenhandel ook schuldig aan omkoping. Door de twee werd een bedrijf gerund dat buitenlandse metaalbewerkers uitzond. Er werd volgens het OM smeergeld betaald aan werknemers van een grote scheepsbouwer om de buitenlandse uitzendkrachten aan het werk te kunnen houden. Tegen de broer, de neef en de man uit Huis ter Heide werd vandaag respectievelijk 7 jaar, 6 jaar en 5,5 jaar gevangenisstraf geëist.
In 2019 zet het onderzoeksteam undercoveragenten in op de neef van de hoofdverdachte. Van deze neef worden vier keer wapens en munitie gekocht, waaronder automatische aanvalswapens. De wapenhandel van de hoofdverdachte en zijn broer werd volgens het OM gerund vanuit een berging bij een woning in Capelle aan den IJssel. In deze schuur werden de verdachten afgeluisterd en gefilmd door de politie. Dat zorgde voor enorm veel bewijs.
Begin december 2019 vinden op verschillende plekken in Nederland invallen plaats waarbij de verdachten worden aangehouden, onder meer op een woonwagenkamp in Huis ter Heide. Daar treft de politie twee vuurwapens met munitie aan. Ook wordt een auto aangetroffen en in beslag genomen die gebruikt werd bij het afleveren van een wapen in Rijswijk.