De rechtbank heeft twee bejaarden vrijgesproken van een mysterieuze liquidatie op een man in een busje in Amsterdam.
Op basis van het beschikbare bewijs worden twee mannen, van respectievelijk 72 en 73 jaar oud, vrijgesproken van enige betrokkenheid bij de moord op een 23-jarige man in Amstelveen op 8 of 9 april 2021. Het slachtoffer werd later, op 12 april 2021, dood aangetroffen in een bestelbus in Amsterdam-Noord. Ondanks intensieve observaties van het slachtoffer in de vier maanden voor zijn dood, heeft de rechtbank geen motief kunnen vinden voor de moord.
Zowel de 72-jarige als de 73-jarige man wordt vrijgesproken van medeplegen en medeplichtigheid aan de moord op het slachtoffer, en ook van eventuele voorbereidingshandelingen voor de moord. Hierdoor worden de vorderingen van de nabestaanden niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank verwerpt het argument van de officier van justitie dat de observaties door de 73-jarige man en het doorgeven van de locatie van het slachtoffer een crimineel doel moeten hebben gehad omdat het slachtoffer uiteindelijk is doodgeschoten. Er is geen bewijs dat de 73-jarige man wist dat de observaties bedoeld waren voor een liquidatie. Ook de laatste observatie waarbij het slachtoffer volgens zijn verklaring in zijn bijzijn is doodgeschoten, wijst niet op zijn medeplichtigheid aan de moord. Zelfs het feit dat hij de schutter heeft geholpen om het levenloze lichaam van het slachtoffer in de bestelbus te plaatsen, is niet voldoende bewijs voor zijn betrokkenheid bij de moord zelf.
Daarnaast is er onvoldoende bewijs voor voorwaardelijk opzet, wat betekent dat de rechtbank niet kan vaststellen dat de 73-jarige man bewust de kans heeft aanvaard dat zijn handelingen zouden leiden tot een delict waarbij iemand om het leven komt. Het enige dat kan worden vastgesteld, is dat de man tijdens de observaties in huurauto’s zat en de verblijfplaatsen van het slachtoffer doorgaf. Het feit dat hij zich beriep op zijn zwijgrecht draagt niet bij aan het bewijs tegen hem. Daarnaast worden observaties met huurauto’s niet automatisch beschouwd als voorbereidingen voor een levensdelict.
Ook tegen de 72-jarige man is onvoldoende bewijs voor zijn betrokkenheid bij de moord of eventuele voorbereidingshandelingen in vereniging. Het feit dat hij auto’s heeft gehuurd die tijdens de observaties werden gebruikt, is niet genoeg om zijn betrokkenheid aan te tonen.