De rechtbank heeft een vrouw veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar voor het dumpen van haar baby in een vuilcontainer in Amsterdam.
De baby werd in de nacht van 26 oktober 2014 in de vuilcontainer achtergelaten. Een voorbijganger hoorde het kind en belde de hulpdiensten. De baby werd in een dichtgeknoopte plastic tas aangetroffen en was nog in leven. Er werd een onderzoek ingesteld waarbij onder meer geprobeerd werd om de identiteit van de moeder te achterhalen. Een vingerafdruk op de tas leidde uiteindelijk naar haar identiteit. De 31-jarige vrouw is in april in Duitsland aangehouden en overgeleverd.
Tijdens het verhoor verklaarde de verdachte dat ze het meisje in de container had gegooid, maar niet meer zou hebben geleefd toen. Die bekentenis trok ze in en vertelde dat ze zwanger was geraakt na een verkrachting en de baby na de bevalling aan twee mannen had gegeven. Eén van de twee zou de verkrachter zijn. De twee zouden haar hebben verteld dat het kind was overleden en begraven.
De rechtbank gaat niet mee in het verhaal van de moeder en heeft haar schuldig bevonden aan poging doodslag. Hiervoor heeft ze een gevangenisstraf van vier jaar opgelegd gekregen. Vanwege haar verstandelijke beperking is ze verminderd toerekeningsvatbaar. De baby is ondergebracht bij een pleeggezin en maakt het volgens de rechtbank goed.