De rechtbank Oost-Brabant heeft een 36-jarige Eindhovense vrouw veroordeeld voor een poging tot moord op haar partner.
De vrouw krijgt een gevangenisstraf van 6 jaar en een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
De vrouw zat in een zeer problematische relatie met haar partner. Ze was ongelukkig en zag volgens eigen zeggen geen andere uitweg dan haar partner om het leven te brengen. Ze kocht GHB en deed dit vervolgens een aantal keer in het drinken van haar partner.
De rechtbank oordeelt dat de vrouw daadwerkelijk de bedoeling had om haar partner om het leven te brengen. Ze goot telkens 3 dopjes van een colaflesje GHB in het drinken van haar partner, terwijl hij met een dopje al ‘out’ zou kunnen gaan. Ook wist ze dat een overdosis GHB tot de dood kan leiden.
De rechtbank vindt het buitengewoon schokkend en zorgwekkend dat de vrouw tot zo vergaand gedrag heeft kunnen komen tegen haar partner. Er is niet gebleken dat er voor de vrouw geen andere optie was dan haar partner te vermoorden.
Volgens een psychiater en een psycholoog is bij de vrouw sprake van een persoonlijkheidsstoornis met vermijdende, dwangmatige en borderline trekken. De rechtbank beschouwt de verdachte daarom als licht verminderd toerekeningsvatbaar.
Al met al is een celstraf van 6 jaar op zijn plaats. De rechtbank legt bovendien een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op. Zo kan de vrouw na haar detentie – als dat nodig blijkt – onder toezicht van justitie en de reclassering blijven, zodat ze steun en begeleiding kan krijgen en bestaande risico’s kunnen worden beperkt. Daarmee verkleint de kans op herhaling.