De rechtbank Limburg heeft afgelopen week stevige straffen opgelegd aan drie verdachten die schuldig zijn bevonden aan hennepteelt.
In deze zaak werden zowel taakstraffen als een onvoorwaardelijke gevangenisstraf uitgedeeld, waarmee de rechtbank afweek van de gebruikelijke straffen in vergelijkbare zaken. De hoofdverdachte, verantwoordelijk voor de opzet van de hennepplantage en de diefstal van stroom en water, kreeg een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan één maand voorwaardelijk.
Hogere straffen voor initiatiefnemers
De rechtbank benadrukte dat de hennepteeltproblematiek, met name in de provincie Limburg, een groeiend probleem is dat niet langer met louter taakstraffen kan worden aangepakt. De hoofdverdachte werd gezien als initiatiefnemer en kreeg daarom een zwaardere straf. Dit om een duidelijk signaal af te geven dat deze vorm van criminaliteit serieus wordt genomen.
Medeverdachten krijgen taakstraf
De medeverdachten, die schuldig werden bevonden aan medeplichtigheid, ontvingen mildere straffen. Eén van hen kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 160 uur, terwijl de andere medeverdachte een voorwaardelijke celstraf van één maand en een taakstraf van 100 uur opgelegd kreeg.
Limburg koploper in hennepteelt
De rechtbank wees erop dat Limburg al jaren een van de zwaarst getroffen regio’s is als het gaat om hennepkwekerijen. In 2023 stond de provincie zelfs bovenaan het Nationaal overzicht drugslocaties, wat de noodzaak voor hogere straffen onderstreept. De rechters spraken hun zorgen uit over de landelijke richtlijnen voor hennepzaken, die in hun ogen onvoldoende zijn om de toenemende problematiek in Limburg te bestrijden.
De rechtbank benadrukte dat verdachten moeten begrijpen dat hennepteelt een ernstige misdaad is en dat initiatieven op dit gebied zwaar bestraft zullen blijven worden.