Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag in hoger beroep straffen opgelegd aan leden van een criminele organisatie die in mei 2022 door de rechtbank waren veroordeeld voor het transporteren van verdovende middelen, verstopt in reservewielen.
De veroordeelden kregen toen gevangenisstraffen opgelegd en moesten de criminele winst terugbetalen aan de staat. In het hoger beroep zijn de meeste straffen overeenkomstig de procesafspraken vastgesteld en zijn er betalingsafspraken gemaakt over de terugbetalingen.
Procesafspraken en straffen
Tijdens het hoger beroep hebben het Openbaar Ministerie (OM) en de verdediging procesafspraken gemaakt over de straffen en de te betalen bedragen. In zes zaken heeft het hof straffen opgelegd die binnen de afgesproken bandbreedte vallen, waarbij rekening is gehouden met straffen in vergelijkbare zaken. Dit toont de consistentie in de rechtspraak en de afstemming tussen het OM en de verdediging.
Uitzonderingen in drie zaken
In drie zaken zijn geen procesafspraken gemaakt. In één van deze zaken heeft het hof de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging wegens het ontbreken van alle schuld. Een andere verdachte is in hoger beroep vrijgesproken van lidmaatschap van een criminele organisatie, maar is wel veroordeeld voor zijn betrokkenheid als chauffeur bij één drugstransport. De derde verdachte is, conform de vordering van de advocaat-generaal, in hoger beroep vrijgesproken van enkele feiten waarvoor hij eerder door de rechtbank was veroordeeld.
Betalingsafspraken
Naast de opgelegde straffen zijn er in hoger beroep ook betalingsafspraken gemaakt over de terugbetaling van de criminele winst. Deze afspraken zorgen ervoor dat de veroordeelden de opbrengsten van hun illegale activiteiten terugbetalen aan de staat, wat een belangrijke stap is in de strijd tegen georganiseerde misdaad en het afpakken van crimineel vermogen.