Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag een 29-jarige man veroordeeld voor de poging tot liquidatie van een man in Gronau (Duitsland) op 24 mei 2017 en het bezit van een vuurwapen met munitie. Hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar. De verdachte is vrijgesproken van betrokkenheid bij schietincidenten op club LuxXx in Enschede, twee woningen in Enschede en een woning in Almelo. De verdachte zit sinds 11 november 2017 in voorlopige hechtenis.
In 2017 vonden er verschillende gewelddadige incidenten plaats in de regio Enschede, Almelo en Gronau. Naar aanleiding van deze incidenten heeft de politie onderzoeken ingesteld. Hierbij staan onder andere de aanslag op een man in Enschede op 31 januari 2017, de aanslag op een kapper in Enschede op 2 februari 2017 en de aanslag op een man in Gronau op 24 mei 2017 centraal. Daarnaast richt het onderzoek zich op beschietingen van woningen in Enschede en Almelo, evenals een Enschedese club. De verdachte en zijn broer werden in verband met een van deze onderzoeken aangemerkt als verdachten en werden afzonderlijk vervolgd door het Openbaar Ministerie. De verdachte heeft altijd ontkend betrokken te zijn geweest bij de liquidatiepoging.
Het hof heeft, ondanks enkele vrijspraken, een hogere straf opgelegd dan de rechtbank destijds. Dit heeft te maken met het feit dat de rechtbank toen rekening moest houden met een eerder opgelegde gevangenisstraf van 16 jaar in een andere zaak. Aangezien de straf van 16 jaar in hoger beroep is verminderd tot 12 jaar, kon het hof nu wel een hogere straf opleggen. Bij het bepalen van de straf heeft het hof enigszins rekening gehouden met de wetswijziging van 1 juli 2021 met betrekking tot de voorwaardelijke invrijheidstelling, die ongunstiger is voor de verdachte. Onder de nieuwe regeling zal de verdachte feitelijk langer in detentie blijven dan op basis van het vonnis van de rechtbank.
De behandeling van de strafzaak bij het hof heeft lang geduurd vanwege uitgebreid (aanvullend) onderzoek. Vanwege de lange duur heeft het hof de opgelegde gevangenisstraf met 3 maanden verminderd.
Het hof legt een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op vanwege de roekeloosheid en onverschilligheid waarmee de feiten zijn gepleegd. Het hof benadrukt met name dat wanneer de grenzen in gedrag worden opgezocht, dit ook resulteert in het opzoeken van grenzen bij het opleggen van straffen.