Een man heeft 17 jaar cel gekregen voor om het leven brengen van een Belg bij een ripdeal voor 10 kilo wiet.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een 51-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 jaar voor onder andere gekwalificeerde doodslag en het wegmaken van een lichaam. De man heeft in november 2013 tijdens een ripdeal in de Rucphense bossen zodanig ernstig geweld toegepast op de destijds 27-jarige Jelle Leemans, dat hij daaraan is overleden. Het lichaam van het slachtoffer is vervolgens door de verdachte weggemaakt en is tot op de dag van vandaag niet gevonden.
Hoewel het lichaam van het slachtoffer nooit is gevonden, heeft de rechtbank toch geoordeeld dat de verdachte verantwoordelijk is voor de dood van het slachtoffer en het wegmaken van zijn lichaam. Het slachtoffer stond bij zijn familie en vrienden bekend als een sociale man vol levensvreugde en er zijn geen aanwijzingen voor een vrijwillige verdwijning. De rechtbank sluit daarom uit dat hij uit eigen wil is verdwenen en er zijn geen aanwijzingen voor een onvrijwillige verdwijning waarbij het slachtoffer nog in leven zou zijn.
Uit verschillende getuigenverklaringen blijkt dat de verdachte uit was op een ripdeal. Na hun ontmoeting zijn de telefoon van het slachtoffer en het telefoonnummer van de verdachte niet meer gebruikt. De verdachte reed met de auto van het slachtoffer naar België en parkeerde deze in Merksem. Een goede vriend van de verdachte bracht hem meteen daarna terug naar Nederland. Later is in de auto van de verdachte een (onzichtbaar) bloedspoor van het slachtoffer aangetroffen, wat volgens de rechtbank wijst op een niet volledig geslaagde schoonmaakpoging.
De rechtbank heeft geen aanwijzingen voor alternatieve scenario’s en is van oordeel dat de verdachte degene is geweest die het slachtoffer opzettelijk van het leven heeft beroofd en zijn lichaam heeft weggemaakt. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 17 jaar voor gekwalificeerde doodslag, het verbergen van het lichaam van het slachtoffer en het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie.
De opgelegde straf is 2 jaar hoger dan het Openbaar Ministerie had geëist, omdat de rechtbank van oordeel is dat de verdachte enorm verdriet heeft veroorzaakt bij de nabestaanden door het doden én verbergen van het lichaam van Leemans en dat hij nog steeds verdriet veroorzaakt door de vindplaats van diens lichaam verborgen te houden.