Een man is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 jaar voor twee pogingen tot liquidatie in Echt en Ohé en Laak.
Volgens het gerechtshof heeft de 52-jarige man twee keer geprobeerd om het beoogde doelwit met een (semi)automatische vuurwapen om het leven te brengen. De eerste keer is hij met zijn auto naast de auto van het slachtoffer gaan rijden en heeft hij door het geopende raam op het slachtoffer geschoten. Bij de tweede poging heeft de man zich opgesteld achter een schakelkast en meerdere keren op de auto van het slachtoffer geschoten.
Bij de tweede aanslag is het slachtoffer in zijn knieën geraakt, waardoor hij ernstig blijvend letsel heeft opgelopen. Beide keren zat het slachtoffer niet alleen in de auto. De eerste keer reed hij samen met een vriend, de tweede keer zaten zijn vrouw en zoon ook in de auto. Alle slachtoffers zijn letterlijk aan de dood ontsnapt.
In hoger beroep valt de straf iets lager uit dan de rechtbank Limburg eerder oplegde en die het OM had geëist. Dat komt omdat de rechtbank eerder oordeelde dat de man ook een poging tot moord had gepleegd op de passagiers die bij de tweede aanslag bij het slachtoffer in de auto zaten. Het hof ziet dat anders en spreekt van een poging tot doodslag op de passagiers. De straf is echter maar enkele jaren lager omdat het hof het de man zwaar aanrekent dat hij het risico heeft genomen dat naast zijn doelwit ook twee andere personen om het leven hadden kunnen komen.
Uit het dossier rijst het beeld dat deze twee aanslagen moeten worden geplaatst in de sfeer van liquidaties in het criminele circuit. Bij het bepalen van de straf heeft het hof meegewogen dat de man geen enkele duidelijkheid heeft verschaft over zijn handelen. Hij heeft geen spijt getoond en geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Uit opgenomen gesprekken leidt het hof zelfs af dat de man nog een derde poging wilde doen om zijn slachtoffer te liquideren.
De man heeft volstrekt gewetenloos gehandeld en had bovendien toegang tot een grote hoeveelheid wapens en munitie, die hij bereid was om in te zetten. Het hof stelt daarom vast dat hij daarmee een groot gevaar vormt voor de maatschappij. Naast de gevangenisstraf moet de man ook een schadevergoeding van ruim 84.000 euro betalen.