Justitie heeft gevangenisstraffen tot 8 jaar en een ontnemingsvordering van circa 3,5 miljoen euro geëist, in een zaak die draait om de handel in grote hoeveelheden cocaïne.
De officier van justitie heeft in hoger beroep gevangenisstraffen tussen 8 maanden en 8,5 jaar geëist tegen tien verdachten. Tegen een 46-jarige hoofdverdachte uit Den Haag is de hoogste straf geëist. Het OM vindt dat een eveneens uit Den Haag afkomstige 37-jarige hoofdverdachte een gevangenisstraf moet krijgen van 6,5 jaar.
Beiden worden verdacht van grootschalige handel in cocaïne en het witwassen van circa 3,5 miljoen euro. Bij de oudste hoofdverdachte betreft het volgens het OM een kleine 3,5 miljoen euro. Bij de andere verdachte gaat het om 12.000 euro.
Beide verdachten zijn op 19 oktober 2018 door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld tot celstraffen van vier en zes jaar en het terugbetalen van forse sommen geld. Zowel het OM als de verdachten zijn tegen de uitspraak in hoger beroep gegaan.
Vanuit de woonwagen van de 46-jarige man is volgens de aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), een grote hoeveelheid cocaïne verhandeld. In 2014 is een onderzoek gestart naar de handel en wandel van de twee verdachten, nadat de naam van de oudste man naar voren kwam in een Spaans politieonderzoek. De handel leverde de verdachten geld, auto’s en vermogen op in Nederland en daarbuiten.
Een derde verdachte in de zaak wordt net als de twee hoofdverdachten verdacht van drugshandel en het witwassen van geld. Tegen de 69-jarige Rotterdammer eiste hij een gevangenisstraf van 42 maanden.
De overige verdachten hebben celstraffen tot 36 maanden tegen zich horen eisen. Zij worden verdacht van het afnemen en/of vervoeren van de drugs. De straffen tegen de mannen variëren omdat de rol van de ene groter is dan de ander. Ook wordt rekening gehouden met wat zij in het verleden op hun kerfstok hadden. Daarnaast wil de aanklager dat zij het met drugs verdiende geld terugbetalen. Het gerechtshof in Amsterdam doet binnenkort uitspraak.