Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

Ook in hoger beroep 15 jaar voor dood Sumanta Bansi en verbergen lichaam

Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep een 43-jarige man uit Hoorn veroordeeld voor de dood van Sumanta Bansi en het verbergen van haar lichaam in februari 2018.

De man krijgt dezelfde straf opgelegd als de rechtbank eerder had besloten, namelijk 15 jaar gevangenisstraf. Het Openbaar Ministerie had in hoger beroep ook dezelfde straf geëist.

Sumanta kwam in 2016 vanuit Suriname naar Nederland om te studeren en woonde in Hoorn bij de verdachte en zijn gezin. In februari 2018 verdween Sumanta op 22-jarige leeftijd, op dat moment 9 weken zwanger. De verdachte, met wie zij een verhouding had en de vader van het ongeboren kind, ontkende tot aan het vonnis van de rechtbank elke betrokkenheid bij haar dood.

Na het vonnis van de rechtbank gaf de verdachte toe Sumanta met messteken om het leven te hebben gebracht in zijn woning in februari 2018. Hij wees de plek aan waar hij haar lichaam begroef, en daar werd het lichaam van Sumanta gevonden. De verdachte beweerde tijdens het hoger beroep dat hij in een gevecht met Sumanta verwikkeld raakte en uit angst handelde. De verdediging betoogde dat er sprake was van noodweerexces (te ver doorgeschoten zelfverdediging) en dat de verdachte geen straf zou moeten krijgen.

Het gerechtshof heeft geoordeeld dat de verklaring van de verdachte over de aanval van Sumanta ongeloofwaardig is en dat deze verklaring inconsistent en tegenstrijdig is. Bovendien werd deze verklaring niet ondersteund door het politieonderzoek. Het gerechtshof heeft het beroep op noodweerexces afgewezen en heeft een gevangenisstraf van 15 jaar opgelegd. Bij het bepalen van deze straf werd specifiek rekening gehouden met het feit dat de verdachte de nabestaanden van Sumanta gedurende lange tijd in onzekerheid heeft gelaten over haar lot, wat als zeer pijnlijk en martelend wordt beschouwd.