Profvoetballer Karim Benzema ziet af van hoger beroep in de afpersingszaak rond de tape van zijn voormalige ploeggenoot Mathieu Valbuena.
In 2015 was de 34-jarige Benzema betrokken bij het afpersen van Valbuena, met wie hij samenspeelde in het Franse nationale elftal. Een jeugdvriend van Benzema kreeg een expliciete video van de Franse middenvelder in handen en perste hem vervolgens af. Als soort tussenpersoon riep hij Valbuena vervolgens op om geld te betalen aan de afpersers. Er werd 150.000 euro geëist.
De rechtbank heeft Benzema in november 2021 schuldig bevonden en veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van één jaar en geldboete van 75.000 euro. Zijn advocaten lieten vervolgens weten in hoger beroep te gaan. Het beroep zou op 30 juni en 1 juli dienen in Versailles, maar daar ziet Benzema volgens zijn verdediging nu van af. ‘Mijn cliënt is uitgeput door deze procedure’, aldus de advocaat van Benzema, die nog steeds van mening is dat de spits onschuldig is. ‘Het is een juridische waarheid. Maar dit is niet de realiteit.’