Blokken cocaine
20 kilo blokken cocaïne. (Foto ter illustratie)

Rechtbank Amsterdam wijst alle verzoeken af in groot Encrochat onderzoek drugshandel

De rechtbank in Amsterdam heeft alle onderzoeksverzoeken afgewezen in een omvangrijk drugsonderzoek, bekend als operatie “Picture”.

De verzoeken werden gedaan door de advocaten van de acht verdachten, die betrokken zouden zijn bij de productie en handel in synthetische drugs.

Afwijzing van Onderzoeksverzoeken

De advocaten hadden verzocht om getuigen te horen en inzage te krijgen in bepaalde documenten en datasets die relevant zouden zijn voor andere strafzaken. Ze stelden dat deze informatie essentieel was om de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van de bewijsmiddelen, verkregen via Encrochat-data, te beoordelen. De rechtbank oordeelde echter dat de advocaten onvoldoende hadden aangetoond waarom deze verzoeken noodzakelijk waren.

Argumenten en Beslissingen van de Rechtbank

De rechtbank baseerde haar beslissing op meerdere punten:

  • Vertrouwensbeginsel: De rechtbank benadrukte dat beslissingen van de Franse autoriteiten, die de basis vormden voor het onderzoek, gerespecteerd moeten worden. Dit betekent dat er vanuit gegaan wordt dat het onderzoek rechtmatig is uitgevoerd.
  • Samenwerking in een JIT: Er werd op gewezen dat de zaak deel uitmaakte van een Joint Investigation Team (JIT), waarbij andere regels gelden dan bij samenwerking op basis van Europese onderzoeksbevelen (EOB’s). De Europese waarborgen, zoals het recht op eerbiediging van het privéleven en communicatie, zouden in acht zijn genomen.
  • Nederlandse Wetgeving: De rechtbank stelde dat Nederland, gezien de doelstellingen en inhoud van de JIT-overeenkomst, evenals de beschikking van de rechters-commissaris en afgegeven machtigingen, een vergelijkbaar niveau van informatie had als bij een formele notificatie onder Richtlijn 2014/41/EU.
  • Extra Rechterlijke Toetsing: Er werd een extra rechterlijke toetsing toegepast op Nederlandse gebruikers, wat in lijn is met de eisen van het Hof van Justitie om de belangen van de verdediging te waarborgen.
  • Beschikbare Dataset: De volledige datasets van de verdachten waren al aan de verdediging verstrekt, wat voldoende was om de betrouwbaarheid van de gegevens te toetsen zonder inzage in andere onderzoeken.

Prejudiciële Vraag Niet Nodig

De advocaten hadden ook verzocht om een prejudiciële vraag voor te leggen aan het Hof van Justitie betreffende de verschillen tussen bewijsmateriaal verkregen via een JIT en een EOB. De rechtbank oordeelde dat het aangehaalde arrest van het Hof van Justitie van 30 april 2024 voldoende aanknopingspunten biedt om deze vraag te beantwoorden, waardoor het voorleggen van deze vraag niet noodzakelijk werd geacht.

Vervolg van de Strafzaak

De rechtbank heeft alle verzoeken afgewezen en zal de inhoudelijke behandeling van de strafzaak voortzetten zoals gepland. De acht verdachten blijven in afwachting van hun proces, waarin zij worden beschuldigd van het vervaardigen en verhandelen van synthetische drugs en het gebruik van cryptocommunicatiediensten om hun activiteiten te coördineren.