In Singapore heeft de 45-jarige Saridewi Binte Djamani de doodstraf gekregen en is ze opgehangen.
Deze executie is opvallend omdat het de eerste keer in bijna twintig jaar is dat een vrouw in het Aziatische land ter dood is gebracht. Haar veroordeling dateert uit 2018, toen ze schuldig bevonden werd aan het smokkelen van 30 gram heroïne. Ondanks haar beroep tegen de straf, werd haar zaak in oktober vorig jaar afgewezen.
Deze executie is de vijftiende sinds maart 2022, waarvan de meeste voor drugsgerelateerde misdaden waren. Tijdens de coronapandemie werden er geen executies uitgevoerd in Singapore, maar twee jaar later werden ze weer hervat. De laatste keer dat een vrouw werd geëxecuteerd in Singapore was in 2004, toen een 36-jarige vrouw ter dood werd gebracht.
De drugswetten in Singapore staan bekend als een van de strengste ter wereld. Mensen die betrapt worden met meer dan 500 gram cannabis of meer dan 15 gram heroïne riskeren de doodstraf. Deze strenge aanpak is bedoeld om de drugshandel te ontmoedigen en te bestrijden. Echter, mensenrechtenorganisaties hebben kritiek geuit op het gebruik van de doodstraf voor drugsdelicten en pleiten voor meer genade en alternatieve straffen. Niettemin handhaaft Singapore momenteel zijn harde beleid ten aanzien van drugsdelicten, wat heeft geleid tot deze recente executies, waaronder die van Saridewi Binte Djamani.