Drie mannen stonden vandaag voor de rechter vanwege hun vermeende betrokkenheid bij de dubbele liquidatie van René en Reneetje van Doorn in april 2017. Hoewel zij niet zelf hebben geschoten, wordt hen door het Openbaar Ministerie (OM) medeplichtigheid verweten door het leveren van de voertuigen die werden gebruikt bij de aanslag.
Achtergrond van de Liquidatie
Op 25 april 2017 parkeerde een donkere BMW, die al een half uur in de Edisonstraat stond, bij de sportschool van vader en zoon Van Doorn. Toen de mannen om 11.00 uur aankwamen, stapte een gewapende persoon uit de BMW en schoot eerst de vader, René van Doorn, neer. Vervolgens liep de schutter naar de andere kant van de auto en schoot ook de zoon, Reneetje van Doorn, dood. Beide slachtoffers overleden ter plekke.
De BMW werd daarna op hoge snelheid van de plaats van de moord weggereden en werd een paar kilometer verderop in brand gestoken. Kort daarna beroofden de daders, onder dreiging van een vuurwapen, een echtpaar van hun auto om hun vlucht voort te zetten. De politie vond later een gestolen Volkswagen Golf met valse Belgische kentekenplaten, vermoedelijk bedoeld als tweede vluchtauto.
Heropening van de Zaak door Nieuwe Bewijzen
In eerste instantie werd het onderzoek naar de drie verdachten gestaakt wegens onvoldoende bewijs. Dit veranderde toen in 2019 de server van cryptocommunicatiedienst PGP Safe werd gekraakt. De berichten die hieruit naar voren kwamen, leverden nieuw bewijs op over de betrokkenheid van de verdachten bij de dubbele moord, wat leidde tot heropening van de zaak.
De inhoud van de PGP-chats onthulde dat de verdachten verantwoordelijk waren voor het stelen, voorbereiden en klaarzetten van de auto’s die gebruikt werden bij de liquidatie. Ze hadden de auto’s voorzien van flessen benzine met spuitdoppen om deze na gebruik snel in brand te kunnen steken. Uit de chats bleek dat de 32-jarige Amsterdammer nauwe contacten onderhield met een opdrachtgever die duidelijk nerveus was na de aanslag en erop stond dat de Volkswagen Golf alsnog vernietigd zou worden. De Amsterdammer zou hebben geschreven dat de opdrachtgever ‘kk para’ is.
De Chats en Betrokkenheid van de Verdachten
De PGP-berichten gaven gedetailleerd inzicht in hoe de verdachten te werk gingen. In een van de berichten werd duidelijk dat de verdachten al op de dag van de moorden spraken over de mislukte poging om de gestolen Golf in brand te steken: “Ze hebben die waggie nie aan gekregen hy wou niet starten ofzo,” luidde een van de berichten. Toen bleek dat de Golf niet op tijd vernietigd kon worden, stelden de verdachten voor om de volgende keer gratis een auto te leveren als goedmakertje: “De eerst volgende auto hoeven we niks voor.”
De gesprekken lieten ook zien dat de verdachten zich wel degelijk bewust waren van de mogelijke dodelijke gevolgen van hun handelingen. Ze gaven echter geen blijk van medeleven met de slachtoffers. Hun grootste zorg was of de schutter en zijn handlanger konden ontsnappen na het incident: “Als ze maar weg konden komen. Dat is het belangrijkste.”
Eis van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie stelt dat de verdachten medeplichtig zijn aan de dubbele moord door hun cruciale bijdrage in de vorm van de gestolen en voorbereide vluchtauto’s. Tegen twee van de verdachten eist het OM een gevangenisstraf van 7 jaar. Voor de derde verdachte, die een kleinere rol speelde, werd 5 jaar cel geëist.
Motief en Beloning voor Informatie
Het motief achter de liquidatie is nog steeds onduidelijk, en de identiteit van de schutter en de opdrachtgever is nooit vastgesteld. Het OM heeft een beloning van 30.000 euro uitgeloofd voor bruikbare informatie die kan leiden tot de oplossing van deze zaak. Deze beloning is nog altijd beschikbaar.
De rechtszaak gaat verder, waarbij de rechter zal moeten oordelen over de mate van medeplichtigheid van de drie verdachten.