Uitspraak tegen Ridouan Taghi en medeverdachten in Marengo-proces niet uitgesteld

De rechtbank Amsterdam heeft op donderdag 8 februari belangrijke beslissingen genomen met betrekking tot de onderzoekswensen in het lopend strafproces rond de Marengo-liquidaties en Ridouan Taghi.

Naar aanleiding van recent toegevoegde stukken van het Openbaar Ministerie, heeft de rechtbank besloten deze stukken in eerste aanleg niet als bewijsmiddel te gebruiken. Opmerkelijk is dat de stukken enkel in ontlastende zin worden meegewogen in het uiteindelijke vonnis.

De rechtbank heeft ook de onderzoekswensen van de verdediging zorgvuldig beoordeeld. Verzoeken met betrekking tot hervertaling van Marokkaanse uitvoeringsstukken, het horen van getuigen, onderzoek naar schrijfstijl, en verzoeken met betrekking tot de ontsleuteling van PGP-berichten zijn afgewezen. Deze beslissingen werpen nieuw licht op de dynamiek van het strafproces en hebben mogelijk invloed op de uitkomst.

De genomen beslissingen zorgen er niet voor dat de eerder vastgestelde data worden verschoven. De sluitingszitting, gepland op 14 februari, en de uitspraak op 27 februari 2024 blijven onveranderd. Deze ontwikkelingen zullen ongetwijfeld de aandacht vestigen op de complexiteit en de nuances van het lopende juridische proces.