Justitie heeft met een verdachte uit een grote Limburgse drugs- en witwaszaak procesafspraken gemaakt.
In een grote drugs- en witwaszaak die eerder deze week voor de rechtbank in Limburg diende, heeft het Openbaar Ministerie (OM) procesafspraken gemaakt met de verdediging van een 47-jarige man uit Valkenburg. De verdachte wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan de invoer van hennep en het witwassen van geld. Met het oog op een efficiënte afhandeling van de zaak heeft de verdachte ingestemd met de afspraken en geen verweer gevoerd tegen de aanklachten.
Het onderzoek naar de verdachte begon op basis van onderschepte Sky ECC-chats, waaruit naar voren kwam dat hij betrokken was bij de invoer van meer dan 167 kilogram hennep in januari 2020. De verdachte zou de hennep hebben ontvangen in een loods in Susteren en vervolgens verder hebben verspreid.
Daarnaast wordt de verdachte beschuldigd van betrokkenheid bij het witwassen, specifiek bij ondergronds bankieren of ‘underground banking’. Gedurende de periode van februari tot en met december 2020 zou hij grote geldbedragen hebben vervoerd voor anderen of in ontvangst hebben genomen. In totaal gaat het om minstens 1,9 miljoen euro, waarvan het merendeel afkomstig zou zijn uit drugshandel. Bij zijn arrestatie in februari 2023 werd er ook nog eens 71.000 euro aan contant geld in zijn woning aangetroffen, waarvan vermoed wordt dat het ook witwassen betreft.
Bij ondergronds bankieren worden ’tokens’ gebruikt als betalingsbewijs voor de overdracht van contant geld. Deze tokens zijn vaak bankbiljetten met unieke serienummers en vertegenwoordigen een relatief kleine waarde. Het OM stelt dat de verdachte gebruikmaakte van deze methode, waarbij de persoon die het geld overdraagt een foto met een uniek serienummer van een bankbiljet ontvangt. Alleen de persoon met het overeenkomstige bankbiljet mag het geldbedrag ontvangen. Het bedrag kan soms ook op het token zelf worden geschreven voor administratieve doeleinden, en in sommige gevallen worden er codewoorden gebruikt.
Bij de zitting heeft het OM een gevangenisstraf van 4 jaar geëist, waarvan 2 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Als onderdeel van de procesafspraken heeft de verdachte ook ingestemd met het afstand doen van 71.000 euro aan contant geld en ongeveer 55.000 euro aan in beslag genomen horloges en sieraden. Het is belangrijk op te merken dat de rechtbank niet gebonden is aan deze afspraken en de definitieve uitspraak over twee weken zal doen.
Zowel het OM als de verdediging hebben de intentie om deze complexe zaak zo efficiënt mogelijk af te handelen. Als de rechtbank instemt met de procesafspraken, kan de zaak binnen vier maanden na de aanhouding van de verdachte worden afgerond.