Een verdachte van een liquidatie in het grote Marengo-proces zegt een alibi te hebben voor de avond van de moord.
Het gaat om een van de hoofdverdachten, Mohamed R., die verdacht wordt van betrokkenheid bij de liquidatie op Ranko Scekic in Utrecht. Het slachtoffer werd op 22 juni 2016 op straat doodgeschoten. Scekic zou volgens justitie op een dodenlijst hebben gestaan van de groep rond Ridouan Taghi. R. is de broer van kopstuk Saïd R. die gezien wordt als rechterhand van Taghi.
Volgens Mocro Maffia kroongetuige Nabil B. zou hij samen met R. het slachtoffer de dag van de moord hebben geobserveerd. Na de liquidatie zou B. samen met R. de gebruikte wapens hebben vernietigd. R. ontkent dit en zegt die avond in de sportschool te zijn geweest. Via zijn advocaat heeft hij hiervoor bewijs geleverd waaruit zou blijken dat er met zijn sportpas om 20.50 uur is ingecheckt. Scekic werd een uur later op straat geliquideerd.
De kroongetuige claimt dat het verhaal van R. niet klopt en dat de twee wel degelijk die dag samen het doelwit hebben geobserveerd. Justitie heeft de advocaat van R., Nico Meijering, om een toelichting gevraagd zodat het alibi gecontroleerd kan worden. De advocaat heeft toegezegd het OM een mail hierover te sturen.
Op 13 januari wordt de zaak weer voortgezet met een inleidende zitting. Kroongetuige Nabil B. heeft in het Marengo-proces verklaringen afgelegd tegen onder meer Ridouan Taghi en Saïd R. inzake een reeks Mocro Maffia liquidaties en pogingen daartoe. Er staan in totaal 17 verdachten terecht. Taghi de hoofdverdachte in het Marengo-proces, was geruime tijd op de vlucht tot hij recent in Dubai werd aangehouden. Hij zat in een villa met dichte gordijnen, volgens de politiechef.
Kort na de aanhouding werd Taghi het land uitgezet en overhandigd aan de Nederlandse autoriteiten. Hij zit nu vast in een cel in de EBI in Vught. Zijn vermeende rechterhand, Saïd R., is ook aangehouden. Hij werd getraceerd in een woning in Medellin en opgepakt. Er zijn beelden gemaakt van zijn aanhouding.