De verdachten achter de tragische moord op de Ecuadoraanse presidentskandidaat Fernando Villavicencio blijken afkomstig te zijn uit het buitenland, specifiek Colombia.
De autoriteiten in het Zuid-Amerikaanse land hebben onthuld dat de zes gearresteerde verdachten allemaal banden hebben met het criminele milieu, volgens verklaringen van minister van Binnenlandse Zaken Juan Zapata.
Het onderzoek naar de zaak heeft geleid tot de inbeslagname van diverse wapens, waaronder pistolen, granaten en zelfs een machinegeweer. Minister Zapata heeft de aanval gekarakteriseerd als een “politieke misdaad met terroristische kenmerken,” en heeft gesuggereerd dat het mogelijk een poging was om de aanstaande verkiezingen te saboteren.
Fernando Villavicen, ooit een journalist, werd het slachtoffer van een dodelijke aanslag na een campagnebijeenkomst in de hoofdstad Quito. Hij werd driemaal in het hoofd geschoten. Een van de verdachten kwam om het leven tijdens een vuurgevecht met beveiligingspersoneel.
President Guillermo Lasso heeft in reactie op deze schokkende gebeurtenis een noodtoestand afgekondigd die zestig dagen zal duren, en heeft de strijdkrachten gemobiliseerd. De vervroegde verkiezingen, gepland op 20 augustus, zijn nu overschaduwd door deze tragische gebeurtenis.