De woningcorporatie Woonkracht10 heeft losgeld betaald aan hackers om toegang te krijgen na een cyberaanval.
Woonkracht10, een woningcorporatie gevestigd in Zwijndrecht, heeft toegegeven losgeld te hebben betaald aan cybercriminelen na een cyberaanval die eind april plaatsvond. De corporatie heeft overeenstemming bereikt met de aanvallers om ervoor te zorgen dat de gestolen gegevens worden verwijderd.
In een verklaring op hun website geeft Woonkracht10 aan dat zij zorgvuldig hebben afgewogen en uiteindelijk hebben besloten tot betaling over te gaan. De exacte hoogte van het losgeld is niet bekendgemaakt.
“Wij doen alles wat in onze macht ligt om de gegevens van onze huurders, medewerkers en andere betrokkenen te beschermen in deze moeilijke omstandigheden”, aldus Woonkracht10. De woningcorporatie beheert meer dan 10.000 huurwoningen in Zwijndrecht, Papendrecht en Alblasserdam.
Volgens Woonkracht10 vond de aanval plaats in het weekend van 22 en 23 april, waarbij de criminelen toegang kregen tot de gegevens van de organisatie. Op dit moment wordt geschat dat gegevens van huurders, medewerkers en andere betrokkenen zijn gestolen.
De cyberaanval werd opgeëist door de hackersgroep Play, die ook verantwoordelijk was voor aanvallen op het computersysteem van de stad Antwerpen, waarbij meer dan 500 gigabyte aan gegevens werd buitgemaakt.
Deze recente aanval op Woonkracht10 benadrukt opnieuw de groeiende dreiging van cybercriminaliteit en de impact ervan op organisaties en individuen. Woonkracht10 heeft aangegeven nauw samen te werken met de autoriteiten en gespecialiseerde beveiligingsbedrijven om de gevolgen van de aanval te beperken en verdere beveiligingsmaatregelen te implementeren.
Het is belangrijk dat bedrijven en instellingen blijven investeren in robuuste beveiligingsmaatregelen en bewustzijnstrainingen voor medewerkers om de kans op succesvolle cyberaanvallen te verkleinen. Daarnaast moeten individuen ook alert zijn en voorzorgsmaatregelen nemen om hun persoonlijke gegevens te beschermen in het digitale tijdperk.