Foto ter illustratie. © Pexels / Pixabay

10 jaar geëist voor doodschieten Akram El Idrissi in Amsterdam na verhaal halen inzake gestolen Rolex

Het OM heeft 10 jaar en TBS geëist voor de dodelijke schietpartij in Amsterdam waarbij Akram El Idrissi om het leven kwam.

De officier van justitie heeft vanochtend een celstraf van tien jaar en TBS met dwangverpleging geëist tegen een 19-jarige man die wordt verdacht van betrokkenheid bij een dodelijke schietpartij op 23 maart 2022 in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Tijdens het incident werd een 21-jarige man, Akram El Idrissi, dodelijk gewond. Daarnaast wordt de verdachte ook beschuldigd van diverse pogingen tot doodslag tijdens een schietpartij op 3 april 2022.

De verdachte, die momenteel terechtstaat voor verschillende strafbare feiten, wordt niet alleen verdacht van doodslag op de 21-jarige man en poging tot doodslag op verschillende personen op 23 maart 2022, maar ook van drie pogingen tot doodslag op 3 april 2022 bij een sportschool in de buurt van het Bos en Lommerplein. Daarnaast worden hem ook vuurwapenbezit, verduistering van een motorscooter na een proefrit in IJmuiden op 12 februari 2022, en afpersing van een scooter op 3 april 2022 ten laste gelegd.

De verdachte werd op 3 april 2022 gearresteerd op verdenking van poging tot doodslag tijdens de schietpartij bij de sportschool. Hij zou op verschillende personen hebben geschoten, waarbij het incident begon in de sportschool, doorging op de Trouringhstraat en vervolgens voortgezet werd vanuit een bakkerij op het Gulden Winckelplantsoen. De politie kon de verdachte kort na de schietincidenten aanhouden, omdat zijn identiteit als klant van de sportschool snel werd achterhaald.

Voorafgaand aan de schietpartij bij de sportschool was er een geschil ontstaan tussen de verdachte en twee jongens in de buurt over de motorscooter die hij op 12 februari in IJmuiden had verduisterd. De verdachte zou geprobeerd hebben de gestolen scooter aan deze twee jongens te verkopen. Dit geschil was waarschijnlijk de aanleiding voor de schietpartij bij de sportschool. De verdachte verklaarde bij de politie dat hij op 3 april 2022 een vuurwapen had meegenomen naar de sportschool omdat hij een “slecht voorgevoel” had. Hij heeft bekend dat hij op drie verschillende plaatsen heeft geschoten, maar beweert dat hij dit uit zelfverdediging heeft gedaan. Het OM stelt echter dat zijn verklaringen inconsistent en op sommige punten onjuist zijn.

Uit onderzoek is gebleken dat de telefoon van de verdachte, die werd gearresteerd voor poging tot doodslag, zich ook in de buurt van de Hunzestraat bevond op het moment van de dodelijke schietpartij op 23 maart 2022. Bovendien voldeed de verdachte aan het signalement van de schutter. Nadat hij op 20 juni 2022 in zijn cel werd aangehouden op verdenking van doodslag op 23 maart 2022, werd er tijdens een huiszoeking in zijn woning een vuurwapen gevonden in een bergruimte. Met hetzelfde wapen bleek het 21-jarige slachtoffer op 23 maart te zijn neergeschoten in de Hunzestraat. De verdachte heeft bekend dat hij heeft geschoten, zowel op 23 maart als op 3 april.

De vermeende aanleiding voor de dodelijke schietpartij was de diefstal van een Rolex-horloge op 19 maart 2022. De eigenaar had een beloning uitgeloofd voor degene die de daders kon vinden. Op 23 maart werden de jongens die verantwoordelijk waren voor de diefstal naar het plein geroepen om zich te verantwoorden. De verdachte werd gevraagd door een kennis om naar het plein te komen om een van de jongens daar weg te halen. De verdachte nam naar eigen zeggen een wapen mee, niet om te schieten, maar om mensen op afstand te houden. Het latere dodelijke slachtoffer was tijdens het grootste deel van het gesprek op het plein echter helemaal niet aanwezig.

De officier van justitie verklaarde vanochtend in haar requisitoir: “Bij dergelijke feiten hoort een lange gevangenisstraf die recht doet aan de gevolgen voor de slachtoffers en in het bijzonder het onvoorstelbare leed van de nabestaanden van het dodelijke slachtoffer. (-) De maatregel van TBS met dwangverpleging is de enige manier om ervoor te zorgen dat de verdachte niet kan ontsnappen aan behandeling en dat hij pas zal terugkeren in de maatschappij wanneer het recidivegevaar tot een minimum is gereduceerd.”