Een 56-jarige vrouw uit Elst staat terecht voor de moord op haar partner, waarbij ze hem naar verluidt met een bijl op het hoofd sloeg.
Het levenloze lichaam werd pas acht maanden later ontdekt in de kruipruimte onder hun huis. Het Openbaar Ministerie (OM) eist vandaag een gevangenisstraf van 14 jaar voor het om het leven brengen van haar partner en het verbergen van het lichaam.
Volgens de officier van justitie heeft de verdachte het slachtoffer het recht op leven ontnomen, wat hij beschrijft als een ongekende diefstal. De verdachte beroept zich op noodweer, waarbij ze beweert dat haar partner haar keel dichtkneep tijdens onvrijwillige, gedwongen seks. Het onderzoek heeft echter weinig bevestiging opgeleverd voor haar verklaringen.
De officier van justitie betwijfelt de geloofwaardigheid van de verdachte, die haar verklaringen in de loop van het onderzoek meerdere keren wijzigde. Hij benadrukt dat de verdachte na het doden van haar partner ogenschijnlijk niet in paniek handelde, maar normale activiteiten voortzette, zoals het spelen van een spelletje op haar telefoon en naar haar werk gaan.
Het OM vindt het moeilijk te rijmen dat de verdachte, die beweert uit doodsangst gehandeld te hebben, al snel actief bezig was haar eigen vermogenspositie te versterken ten koste van het vermogen van het slachtoffer. Hierdoor twijfelt het OM aan het scenario van zelfverdediging.
De aanklager stelt dat moord bewezen kan worden, omdat er voldoende aanwijzingen zijn dat de verdachte voorafgaand aan de fatale klap gelegenheid had om zich te beraden. De familie van het slachtoffer is diep geraakt door het bedrog van de verdachte, die hen maandenlang bewust heeft voorgelogen.
De rechtbank in Arnhem hoorde vandaag de motivering van de eis van het OM, waarbij de officier benadrukte dat het respectloze gedrag van de verdachte slechts rechtvaardiging vindt in een langdurige gevangenisstraf.