Vrouwe Justitia is de personificatie van het recht. © via Wikimedia Commons

15 jaar cel geëist voor kille moord zwangere vriendin in Huissen: “giftige mix agressie, jaloezie en achterdocht”

Justitie heeft 15 jaar geëist voor een kille moord in Huissen. De man zou zijn zwangere vriendin hebben gedood.

De zaak werd behandeld als een duidelijk voorbeeld van femicide, waarbij vrouwen het slachtoffer worden van een giftige mix van agressie, jaloezie, achterdocht, bezitterigheid en controledrang.

Op 4 december 2022 werd het levenloze lichaam van de vrouw aangetroffen in een appartement in Huissen. De verdachte, die gewond was, werd later in het ziekenhuis aangehouden op verdenking van doodslag. Uit het onderzoek is gebleken dat de fatale steekpartij het slotstuk was van een gewelddadige ruzie die avond. De verdachte had zijn vriendin geslagen en haar vervolgens met een mes negen keer gestoken, met de volle opzet haar te doden.

De officier van justitie benadrukte dat de relatie tussen het stel in de loop der tijd steeds giftiger was geworden. Hij wees er echter op dat dit niet alleen aan de verdachte kan worden toegeschreven. Er was blijkbaar iets mis in de dynamiek van de relatie, waardoor het van kwaad tot erger ging.

De officier van justitie bekritiseerde de houding van de verdachte en wees erop dat hij geen uniek geval was. Hij handelde uit ziekelijke controledrang en agressie en is daarmee in meerdere opzichten niets meer dan de standaarddader van vrouwendoodslag.

Naast het immense verdriet dat de verdachte heeft veroorzaakt bij de nabestaanden van de vrouw, werd ook stilgestaan bij het feit dat het ongeboren kindje in de buik van de vrouw op gruwelijke wijze uit het leven is weggerukt.

Hoewel er rapportages zijn gemaakt over de persoonlijkheid van de verdachte, heeft het Openbaar Ministerie geconcludeerd dat er geen sprake is van verminderde toerekeningsvatbaarheid. Deskundigen hebben een tbs-behandeling niet geadviseerd. Wel achten zij het belangrijk dat de verdachte na zijn gevangenisstraf wordt behandeld voor zijn dwangmatige persoonlijkheidstrekken om het risico op herhaling te beperken. Het Openbaar Ministerie heeft de rechtbank dan ook verzocht om een behandeling op te leggen binnen het kader van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel na afloop van de detentie.

Vanwege de ernst van het feit acht het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van vijftien jaar passend. De rechtbank buigt zich over de zaak en gaat binnenkort uitspraak doen.