Wapenhandelaren die machinegeweren en scherpschuttersgeweer verkochten aan politie voor de rechter

Een rechtszaak inzake grootschalige wapenhandel is vandaag van start gegaan bij de rechtbank Leeuwarden.

Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt veertien personen ervan een crimineel samenwerkingsverband te hebben gevormd. De verdachten zouden zich hebben gericht op (internationale) handel in vuurwapens, munitie en explosieven, incassofraude, oplichting en verduistering, mensenhandel en geweldsdelicten. De organisatie verkocht volgens justitie wapens en explosieven aan onder meer een groepering in België dat op grote schaal handelde in verdovende middelen.

De woning van een van de hoofdverdachten een kringloopwinkel in Oosterwolde zou door de groep gebruikt zijn als uitvalsbasis. Er werd volgens de officier gehandeld in vuurwapens, munitie, explosieven en handgranaten. Het wapentuig werd geïmporteerd uit onder meer Kroatië. Volgens de recherche deed de structuur en de omgang van de deelnemers onderling sterk denken aan 1% MC’s. De leden spraken elkaar aan met ‘broeder’.

De hoofdverdachte, een 35-jarige man uit Oosterwolde, gaf alle opdrachten en dwong respect af met geweld tegen de leden, die samenkwamen in de met camera’s behangen woonboerderij van de Friese hoofdverdachte. Uit politieobservaties bleek dat de verdachten hier dagelijks bijeenkwamen, vanaf november 2019 werd de kringloopwinkel de nieuwe uitvalsbasis van de groepering.

Het onderzoek naar de vermeende wapenhandelaren werd in september 2018 gestart na informatie bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI). Volgens de tip zou de Friese hoofdverdachte vuurwapens uit Tsjechië halen en doorverkopen. De TCI kreeg ook informatie dat een Groningse medeverdachte handelde in vuurwapens die hijzelf uit zijn geboorteland, het voormalige Joegoslavië, haalde.

Tijdens getapte gesprekken gebruikten de verdachten versluierd taalgebruik, waarbij ze voor wapens woorden gebruikten als ‘stukje ijzer’ (wapen), ‘snelle’ (een automatisch vuurwapen), ‘kleine’ of ‘hand’ (een handvuurwapen), ‘AK’ (een Kalasjnikov), ‘eieren’, ‘appels’, ‘peren’ of ‘Kindersuprises’ (handgranaten), ‘buis’/‘rioolbuis’ (een raketwerper), ‘de was doen’ (iets verbergen/verstoppen) en ‘vieze was doen’ (verboden/strafbare goederen).

De veertien verdachten zijn afkomstig uit Oosterwolde, Hoogeveen, Marum, Leeuwarden, Stadskanaal, Roosendaal en Groningen. Drie medeverdachten komen uit Slovenië, Kroatië en Servië. Een van de verdachten was wapendeskundige bij Defensie, en had ervaring met het fabriceren en aanpassen van wapens, explosieven en ontstekers.

De verdachte uit Oosterwolde wordt gezien als spil in de vuurwapenhandel. Samen met de Sloveense verdachte vormde hij de kern van het criminele samenwerkingsverband. Bedrijven die op naam stonden van de verdachten werden volgens het OM gebruikt voor incassofraude, oplichting en verduistering. Voertuigen, telefoons en tankpassen werden op naam gezet van deze bedrijven.

Na enkele maanden onderzoek kreeg de recherche zicht op een wapen-‘stash’ in een loods op een bedrijventerrein in Groningen. Bij doorzoeking werden daar een grendelgeweer van het merk Steyr, een grote hoeveelheid munitie van diverse kalibers, een stroomstootwapen, een magazijn voor een vuurwapen, transportkokers voor handgranaten en een blok springstof gevonden.

Door het onderzoeken van autoritten naar België door de verdachten, is zicht gekomen op de handel in wapens, munitie en explosieven met een criminele organisatie in België. Deze organisatie hield zich bezig met grootschalige cocaïnehandel, voornamelijk in de regio Antwerpen, waarbij het gebruik van geweld en vuurwapens niet werd geschuwd. De Belgische bende heeft gevels van woningen beschoten en handgranaten gebruikt.

Bij doorzoekingen in België zijn wapens, ontstekers en ander wapentuig aangetroffen met daarop DNA van meerdere verdachten die nu terechtstaan in Nederland. Op de telefoon van de hoofdverdachte stonden foto’s van vijf handgranaten, die werden aangetroffen in België tijdens doorzoekingen; de serienummers kwamen overeen.

Op 20 januari 2020 en op 27 februari 2020 zijn er twee pseudokopen gedaan door politiemedewerkers bij de Ultegra-verdachten. Bij de eerste pseudokoop is een semiautomatisch scherpschuttersgeweer gekocht. Bij de tweede aankoop werden twee automatische vuurwapens en een raketwerper gekocht. De onderhandelingen erover werden gevoerd door de hoofdverdachte via Telegram. De raketwerper werd niet geleverd, de automatische wapens wel.

Na de aanhoudingen van de hoofdverdachten op 27 februari 2020 zijn doorzoekingen verricht waarbij vuurwapens, munitie en explosieven zijn gevonden. Bij de hoofdverdachte werden meerdere wapens gevonden; onder de overkapping bij de woning in Oosterwolde lag bijvoorbeeld een doorgeladen Zastava M57-handvuurwapen, gereed voor gebruik. Bij een verdachte uit Marum werd in zijn slaapkamer een CZ99-handvuurwapen gevonden met een vol magazijn met 9mm-patronen. In een loods in Groningen werd een Steyr M1888/05 aangetroffen, honderden patronen in diverse kalibers, een stroomstootwapen en een explosief.

Tijdens de doorzoeking op 27 en 28 februari werd in de kringloopwinkel in Oosterwolde in een kluis een revolver aangetroffen en boven plafondplaten een zakje met veertig patronen van het kaliber dat is geschikt voor Kalasjnikovs. De bende liet volgens rechercheurs met geweld gezag gelden binnen en buiten het criminele milieu. Zo werd vanwege een conflict over drugs een handgranaat gehangen aan de deur van een tegenstander. De recherche heeft foto’s en video’s gevonden waarop verdachten poseren met vuurwapens. De strafeisen tegen de vermeende wapenhandelaren worden later bekendgemaakt.