Ridouan Taghi heeft in het Marengo-proces aangegeven liever dood te gaan of levenslang in isolatie dan ooit namen te noemen.
Dat heeft de hoofdverdachte in het liquidatieproces vandaag tijdens de zitting gemeld. Taghi kreeg vragen over de moord op Ranko Scekic die op 22 juni 2016 op de Kretadreef in Utrecht werd doodgeschoten. De daders sloegen na de kogelregen op een scooter op de vlucht. De liquidatie zou zijn uitgevoerd omdat Scekic naar verluidt plannen zou hebben gehad om Taghi’s vermeende rechterhand Saïd R. te ontvoeren. De kroongetuige heeft verklaard een auto met camera voor de deur van de woning van het doelwit te hebben geplaatst om hem te kunnen obseveren. Na de liquidatie heeft hij de kleding en wapens van de schutters vernietigd. Toen Taghi vragen kreeg over de liquidatie van Scekic gaf hij aan ‘nog liever dood te gaan of levenslang in isolatie dan namen te noemen of met de vinger naar iemand te wijzen om zichzelf vrij te pleiten’.
Het Marengo-proces draait rond Ridouan Taghi die verdacht wordt van een reeks Mocro Maffia liquidaties en pogingen daartoe. Geruime tijd was hij de meest gezochte man van Nederland tot hij getraceerd werd en aangehouden. Het onderzoek rond Taghi kwam door de liquidatie in Marrakech in een stroomversnelling nadat Marokko zich ook ermee ging bemoeien. Het net sloot zich steeds meer om Taghi die zich niet meer vrij kon bewegen. Volgens de politiechef in Dubai zat hij al sinds 2016 in een villa met dichte gordijnen. Of hij dan ook heen en weer pendelde naar Iran zoals eerder gemeld werd, is niet bekend. Volgens Weski is haar cliënt nooit in Iran geweest en zat hij sinds 2016 ondergedoken in Dubai. Zijn vermeende rechterhand, Saïd R., werd getraceerd en aangehouden in de Colombiaanse stad Medellin. Taghi en Saïd R. worden naast het opdracht geven tot meerdere liquidaties en pogingen daartoe ook verdacht van het leiden van een criminele organisatie die zich richt op grootschalige drugshandel.
Een derde persoon rond het Marengo-proces die ook door geweld om het leven is gekomen is Peter R. de Vries. De misdaadjournalist werd in juli neergeschoten in Amsterdam na een uitzending van RTL Boulevard. De Vries overleefde de aanslag niet en bezweek later in het ziekenhuis. Eerder werd de advocaat van de kroongetuige, Derk Wiersum, doodgeschoten en daarvoor de onschuldige broer van Nabil B.. De Vries stond B. bij in het grote Marengo-liquidatieproces. Of de moorden direct gelinkt kunnen worden aan de verdachten in Marengo-proces is vooralsnog niet te zeggen. Er zijn nog geen opdrachtgevers aangeklaagd.
In verband met de liquidatie van De Vries zitten twee verdachten vast. De 35-jarige Kamil E. en de inmiddels 22-jarige Delano G. worden verdacht van het uitvoeren van de liquidatie. G. zou 150.000 euro krijgen voor het liquideren van de misdaadjournalist en is naar verluidt een neef van een kopstuk van de Utrechtse ‘uitzendbureau voor moorden’.