© Crime-Nieuws.nl

Rotterdamse voor rechter wegens witwassen van bijna 9 ton euro via thuiszorgbedrijf

Vandaag stond een 29-jarige vrouw voor de rechter in Rotterdam, die wordt verdacht van het witwassen van 890.000 euro via haar thuiszorgbedrijf.

De vermeende fraude vond plaats tussen 1 januari 2017 en 1 december 2021. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in overleg met de verdediging van de verdachte zogenoemde ‘procesafspraken’ gemaakt, waarbij een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en een werkstraf van 240 uur zijn voorgesteld.

Valse facturen en fictieve dienstverbanden

Het strafrechtelijk onderzoek begon na een melding van een bank over ongebruikelijke transacties door het thuiszorgbedrijf van de verdachte. Uit het onderzoek bleek dat de verdachte aanzienlijk meer zorggeld (persoonsgebonden budgetten) had ontvangen dan haar bedrijf daadwerkelijk aan zorguren kon leveren. Ze zou valse facturen hebben ingediend bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor zorgwerk dat niet was geleverd. Het verkregen geld werd onder andere uitbetaald als salaris aan fictief personeel en gebruikt voor persoonlijke uitgaven, zoals de aankoop van luxegoederen en vakanties.

Gevolgen en strafeis

Volgens het OM heeft de verdachte misbruik gemaakt van persoonsgebonden budgetten die bedoeld zijn voor kwetsbare cliënten, wat het sociale zekerheidsstelsel schaadt en de zorgkosten verder doet oplopen. Naast de gevangenisstraf en werkstraf heeft het OM ook bijzondere voorwaarden gesteld: de verdachte moet in de drie jaar na het onherroepelijk worden van het vonnis meewerken aan minimaal twee onaangekondigde controles door toezichthouders in het zorgdomein en de Belastingdienst. Hiermee wil het OM voorkomen dat de verdachte opnieuw in de verleiding komt om zorgfraude te plegen.

Daarnaast is het OM voornemens om de wederrechtelijk verkregen opbrengsten terug te vorderen, zodat het onterecht geïnde geld terugvloeit naar de staatskas.

Procesafspraken

De voorgestelde straf is onderdeel van procesafspraken tussen het OM en de verdediging. Als de rechtbank deze afspraken volgt, kan de zaak efficiënt worden afgehandeld, zonder hoger beroep en met een kortere duur van de rechtszaak. Dit zou de belasting op het strafrechtelijk systeem verminderen en ruimte geven voor de afhandeling van andere zaken.

De rechtbank doet op 17 september uitspraak. Zowel de verdediging als het OM hopen dat de rechter de voorgestelde afspraken overneemt.