Vrouwe Justitia is de personificatie van het recht. © via Wikimedia Commons

11,5 jaar cel in hoger beroep voor doodschieten Bas van Wijk na ruzie om horloge

In hoger beroep is 11,5 jaar cel opgelegd voor het doodschieten van Bas van Wijk na ruzie om een horloge.

Vandaag heeft het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep een uitspraak gedaan in de zaak rondom de dood van Bas van Wijk. De 23-jarige man die in 2020 Bas van Wijk doodschoot, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaar en 6 maanden, evenals tbs met dwangverpleging. Eerder had de rechtbank een gevangenisstraf van 9 jaar en tbs met dwangverpleging opgelegd. Het Openbaar Ministerie (OM) had een gevangenisstraf van 16 jaar en tbs met dwangverpleging geëist.

De gebeurtenissen vonden plaats op 8 augustus 2020 aan de Nieuwe Meer in Amsterdam. Bas van Wijk was daar met een groep vrienden aanwezig, samen met de verdachte en drie anderen. Een ruzie ontstond tussen de twee groepen vanwege onenigheid over het onderlinge kijken. De verdachte benaderde de andere groep, haalde een pistool tevoorschijn en eiste dat een van de vrienden zijn horloge zou afgeven. Toen deze weigerde, laadde de verdachte het pistool en schoot langs de knie van een andere jongen, terwijl een derde jongen vlakbij stond. Bas van Wijk sprak de verdachte hierop aan, waarna de verdachte twee keer op hem schoot, eerst in zijn linkerbeen en vervolgens in zijn bovenlichaam. Vervolgens dwong de verdachte de jongen met het horloge om het alsnog af te geven, waarna hij op de vlucht sloeg. Bas van Wijk overleed kort daarna in het ziekenhuis als gevolg van de schotwonden.

Bas van Wijk probeerde op die dag de situatie te de-escaleren en sprak de verdachte aan op zijn gedrag. Helaas heeft hij dit met zijn leven moeten bekopen. De verdachte heeft de nabestaanden van Bas van Wijk onnoemelijk veel leed toegebracht. Tijdens het hoger beroep is duidelijk geworden hoe groot het verlies is dat zijn dood heeft veroorzaakt. Hun leven is volledig ontwricht. Ook de drie genoemde jongens zijn diep getroffen door de gebeurtenissen.

Het hof verwerpt de beslissing van de rechtbank dat de dagvaarding met betrekking tot de gekwalificeerde doodslag nietig was vanwege het ontbreken van de pleegdatum en pleegplaats. Dit betekent dat de verdachte schuldig is bevonden aan gekwalificeerde doodslag. Het hof acht de gevangenisstraf van 12 jaar passend gezien de ernst van de feiten en het feit dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Vanwege de te lange duur van de procedure in hoger beroep is de opgelegde gevangenisstraf teruggebracht tot 11 jaar en 6 maanden. Daarnaast wordt de verdachte tbs met dwangverpleging opgelegd, gezien zijn ernstige persoonlijkheidsproblematiek. Langdurige behandeling is noodzakelijk om het risico op toekomstig gewelddadig gedrag te beperken.